zaterdag 21 mei 2016
dinsdag 10 mei 2016
Metaurus: overleveringen.
1.4. De overleveringen.
{enige passages}.
1.4.1. Livius.
XXVII 46,4:Bij Sena was het kamp van de andere consul(dat van Livius
Salinator) en ongeveer 500 passen daar vandaan het kamp van Hasdrubal.
Toen nu Nero die naderde, maakte hij pas op de plaats verborgen door de
bergen teneinde niet overdag het kamp binnen te marcheren.
XXVII 47,1+2:De vijanden stonden reeds voor hun kamp in slagorde. Een
vertraging tot de slag ontstond doordat
Hasdrubal, die met enige ruiters
vooruit gereden was,oude schilden bij de vijanden opmerkte, die hij nog
niet gezien had en ook vermoeide paarden. Bovendien leek hem de omvang
van het leger groter. Toen hij de
waarheid vermoedde, liet hij terstond
de aftocht blazen en stuurde een afdeling naar de stroom, waar men water
haalde om wellicht enkele gevangenen te maken, of om op te kunnen
merken, of enigen sterker gebruind waren door een kort geleden
uitgevoerde mars.
XXVII 47,8 t/m 11:Door zulke zorgen angstig geworden, laat hij omstreeks
de eerste nachtaflossing na het doven van de vuren bevel geven om in
alle stilte in te pakken en op te
breken. In de verwarring en in de
donkere onrust worden de gidsen niet goed bewaakt; de ene verbergt zich
in een reeds van tevoren bedachte schuilplaats en de andere zwemt via
een hem goed bekende oversteek over de Metaurus. Aldus vergist zich het
door zijn gidsen verlaten leger allereerst in de weg door het landschap
en vele, vermoeid van de mars en het wakker moeten blijven, leggen zich
hier en daar neer en verlaten de eenheden.
Hasdrubal geeft bevel om, totdat het daglicht de weg toont, de
rivieroever te volgen en beoogde, daar hij door het ronddraaien met de
bochten van de rivier niet veel vooruit kwam, die over te steken, zodra
het daglicht een gunstig oversteekpunt zou geven. Maar, hoe meer hij
zich van de zee verwijderde, des te hoger de rivieroevers werden en hij
vond geen oversteekplaats. Zo verstreek de dag en gaf daardoor aan zijn
vijanden de tijd om hem in te halen.
XXVII 48, 1 t/m 17:Nero kwam het eerst met de gehele ruiterij aan en
vervolgens Porcius met het lichte voetvolk. Toen deze het vermoeide
leger plaagstoten gingen uitdelen en het van alle kanten aanvielen en
Hasdrubal de mars, die op een vlucht geleek, al opgaf en op een heuvel
boven de oever van de rivier een kamp wilde inrichten, kwam Livius met
al het voetvolk er aan, niet in marsformatie, maar al in veldslag‑
opstelling. Nadat ze alle troepen verenigd hadden en de slagveldordening
geregeld hadden, stelde Claudius op de rechtervleugel en Livius op de
linkervleugel de troepen op. Het centrum was voor de praetor.Hasdrubal
onderbrak het versterkingswerk aan het kamp toen hij zag, dat hij
vechten moest.en stelde de olifanten op de eerste rij. Dicht bij hen op
de linkervleugel stonden de Galliërs tegen Claudius, waarop hij
nauwelijks meer vertrouwde dan zij door hun vijanden werden gevreesd;
hijzelf nam positie in tegen M.Livius met de spanjaarden‑de
rechtervleugel; de Liguriërs stelde hij in het midden op achter de
olifanten. De veldslagopstelling was meer diep dan breed; de Galliërs
dekten een vooruitstekende heuvel. Het frontgedeelte, dat de spanjaarden
hadden, stootte op de linkervleugel van de Romeinen; hun verste deel van
de rechtervleugel viel buiten de slaglinie en bleef bewegingsloos, omdat
de tegenoverliggende heuvel verhinderde, dat zij van voren of via de
flank aanvielen.
Tussen Livius en Hasdrubal ontstond nu een geweldig gevecht en een
verschrikkelijk bloedbad werd van beide zijden voltrokken. Hier waren de
beide legeraanvoerders, hier was het grootste deel van het romeinse
voetvolk en de ruiterij, hier stonden de spanjaarden, oude en met de
romeinse vechtwijze vertrouwde soldaten en de Liguriërs, een sterk
wapengeslacht. Zo ook waren daar de olifanten heen gegaan, die bij de
eerste aanval de Antesignanen in wanorde gebracht hadden en al de Signa
zelf teruggedrongen hadden. Toen riep Claudius de soldaten toe
"Waarom
zijn wij in ijlmars zo'n lange weg gegaan" en nadat hij vergeefs de
troepen de tegenoverliggende heuvel had proberen op te leiden en gezien
had, dat hij hier niet bij de vijand kon komen, trok hij een groot deel
van de cohorten weg van de rechtervleugel, waar, zoals hij zag meer een
nietsdoend staan als een slag zich zou ontwikkelen, en voerde ze om de
slaglinie heen en maakte onverwachts voor de vijanden, maar ook voor de
zijnen een aanval op de linkerflank[?] der tegenstanders. En de
snelheid[waarmee deze beweging werd uitgevoerd]was zo groot, dat toen
hij zich nauwelijks in de flank had getoond, zij ook reeds in de rug
vochten. Toen dan de strijd en het geschreeuw aangroeiden, lieten zich
[de olifanten] al niet meer sturen en liepen tussen de beide slaglinies
op en neer en niet meer wetend tot wie ze hoorden, gelijkend op schepen,
die stuurloos ronddreven. Aldus werden van alle zijden de Spanjaarden en
Liguriërs neergeslagen en de slag was al bij de Galliërs gekomen.
Hier was de minste strijd; want een groot deel was niet bij de
veldtekens, in de nacht uit elkaar gevallen en lagen overal uitgestrekt
op de akkers te slapen en die er wel waren, waren door de mars en het
nachtwaken vermoeid en de vermoeienissen niet gewoon, konden ze de
wapens bijna niet meer dragen. En het was al middag en de dorst en de
hitte maakten de uitgeputte soldaten rijp voor gevangenname of dood.
1.4.2. Polybius.
XI 1 t/m 12:Hasdrubal stond dit alles niet aan, maar, omdat de situatie
geen ommekeer meer gedoogde, omdat hij zag, dat de vijanden al opgesteld
waren en oprukten, was hij gedwongen om de Iberiërs en de bij hem
aanwezige Galliërs op te stellen. Nadat hij nu de olifanten, een
tiental,voor de troepen had opgesteld en de diepte van de slaglinie had
vergroot en de gehele kracht op een geringe ruimte had samengebald, en
bovendien zijn standplaats in het midden achter de olifanten had
gekozen, deed hij de aanval op de linkervleugel van de vijanden, omdat
hij oordeelde, dat men in deze strijd overwinnen, of sterven moest.
Livius ging nu de vijanden stormachtig tegemoet en toen hij met zijn
troepen met die van de anderen contact had gemaakt, vocht hij dapper.
Claudius echter, die op de
rechtervleugel stond, kon niet vooruit komen
en kon de tegenstanders niet omsingelen vanwege de ervoor liggende
terreinhindernissen. Daarop had Hasdrubal ook vertrouwd toen hij zijn
aanval op de linkervleugel van de vijanden gemaakt had. Omdat[Claudius]
nu in verlegenheid geraakt was daarover, bezag hij de situatie en
bedacht wat te doen. Hij trok met zijn soldaten van de rechtervleugel
achter de slaglinie om en overvleugelde de linkervleugel van de eigen
slagopstelling en viel de Carthagers in de flank aan en brak in bij de
olifantenlinie.
Tot die tijd was de slag onbeslist. Want de soldaten aan beide zijden
vochten dapper, omdat noch de Romeinen hoop op redding hadden, als zij
verloren, noch de Carthagers en Iberiërs. De olifanten hadden hun nut
aan beide zijden, omdat zij in het midden ingesloten waren en beschoten
werden, brachten zij zowel in de rangen van de Romeinen als bij de
Iberiërs wanorde teweeg. Zodra echter de mensen van Claudius de vijand
in de rug aanvielen, werd de strijd ongelijk, omdat de ene helft de
Iberiërs van voren en de andere helft hen van achteren bedreigden. Zo
kwam het, dat de meeste Iberiërs tijdens deze strijd vielen. Van de
olifanten kwamen er zes tegelijk om met hun bemanning, de overige vier
doorbraken de rangen en werden later zonder de Indiërs gevangen genomen.
IX 3,1 t/m 3:Toen de Romeinen de overwinning behaald hadden, plunderden
zij onmiddellijk het kamp van de tegenstander en doodden vele Kelten,
die dronken lagen te slapen, als offerdieren. Zij brachten ook de
overige buit aan gevangenen tezamen, waarvan het losgeld 300 talenten
opleverde voor de staatskas. Van de Carthagers en Kelten kwamen in de
slag niet minder dan 10.000 personen om en van de Romeinen tegen de 2000
man. Enige voorname Carthagers
werden gevangen genomen, de anderen
werden gedood.
1.4.3. Zonaras.
IX 9 P.I 433:[Nero] marcheerde haastig naar Hasdrubal en kwam in de
nacht bij zijn collega aan en overnachtte in zijn kamp. En zij bereiden
zich beiden voor om hem plotseling aan te vallen. Het bleef voor
Hasdrubal echter niet verborgen, want hij hoorde dubbele signalen. Want
iedere consul liet voor zich blazen. Daar hij nu vermoedde, dat Hannibal
was overwonnen en vernietigd, want anders zou Nero niet tegen hem zijn
opgetrokken, besloot hij om naar de Galliërs terug te keren en daar
preciezere berichten af te wachten en de oorlog in alle rust voort te
zetten.
B:En dus brak hij midden in de nacht op. De consuls bemerkten uit het
lawaai, wat er zich afspeelde, maar braken vanwege de duisternis niet
op. Bij dageraad stuurden zij eerst de ruiterij in de achtervolging en
zijzelf daarachter. En toen Hasdrubal zich tegenover deze ruiterij
opstelde in slagorde, omdat hij geloofde, dat zij alleen waren, kwamen
de consuls en overwonnen hem en doodden velen op hun vlucht. Ook de
olifanten konden hen niet helpen. Want,
omdat enige van hen gewond waren
en de achter hen staande troepen meer onheil aandeden dan de vijand, gaf
Hasdrubal opdracht aan de begeleiders om de gewonde dieren onmiddellijk
te doden. Op de gemakkelijkste
manier werden zij met het zwaard achter
de oren gestoten en zo gedood. Zo werden zij door de Carthagers gedood,
de mannen echter door de Romeinen. Er vielen er echter zoveel, dat de
Romeinen het moorden genoeg vonden en de anderen niet meer wilden
achtervolgen. Nadat ze vele anderen en ook Hasdrubal hadden gedood en de
grootste buit hadden gemaakt en 4000 gevangen Romeinen in het kamp
gevonden hadden, geloofden zij, dat zij voldoende de overwinning te
Cannae weer goed gemaakt hadden.
1.4.4. Appianus.
52:Toen de brief [van Hasdrubal] door de Romeinen was onderschept,
kwamen de consuls Salinator en Nero, nadat ze het aantal soldaten uit de
brief waren te weten gekomen, met hun gehele macht op dezelfde positie
samen en sloegen hun kamp op bij de stad Sena tegenover hem. Deze wilde
echter niet vechten en week terug, omdat hij met zijn broer wilde
samenkomen. Toen hij in de nacht opbrak verdwaalde hij in moerassen en
venen en bij de niet overschrijdbare rivier, todat de Romeinen hen bij
dageraad verspreid en moe van de slapeloosheid en de vermoeienissen
aantroffen en samen met de leiders de meesten van hen, die zich nog
opstelden en standhielden, doodden; en daarbij Hasdrubal zelf. Zij
maakten ook vele gevangen.
Abonneren op:
Posts (Atom)