Hamilcar in de aanval tijdens de
huurlingenopstand (240/239).
Met 70 olifanten en 10.000 man
voetvolk steekt Hamilcar over de vrijwel
droogstaande zandwal, die de baai van
Megara afsluit over naar de
monding van de Bagradas. Dit gebeurt
in de nacht en de opstandelingen
hebben te pas laat in de gaten, dat
er een Carthaags leger zeer nabij
is. Hamilcar rukt snel op langs de
oever van de Bagradas naar een in het
binnenland strategisch gelegen brug.
Hij stuurt zijn lichte voetvolk
vooruit om de brug zo snel mogelijk
in handen te krijgen.
De huurlingen en hun bondgenoten
worden gealarmeerd en rukken vanuit
hun posities bij Utica en de brug
(Anda?) op om met Hamilcar slag te
leveren. Het Carthaagse voetvolk met
lichte bewapening vlucht voor de
aanstormende Spendios met 15.000 man
en een leger uit de stad bij de
brug van 10.000 man. Het is echter
een schijnbare vlucht. In hun haast
om het lichte voetvolk van Hamilcar
te kunnen achterhalen raken de
rangen van de opstandelingen
ontregeld. Wanneer zij dan Hamilcar's
hoofdmacht bereiken, moeten zij zich
eerst hergroeperen. Op dat moment
maakt het lichte voetvolk van
Hamilcar rechtsomkeert en vormt met de
hoofdmacht van Hamilcar weer een
complete linie. Hamilcar valt met alles
wat hij heeft aan. De huurlingen en
hun bondgenoten komen aan
hergroeperen niet meer toe en worden
door de troepen van Hamilcar
overlopen. Hamilcar behaalt een grote
overwinning. De opstandelingen
verliezen 6000 man. Daarnaast worden
2000 man krijgsgevangen gemaakt.
In Crossing the Waters:Moses and
Hamilcar (JOURNAL NEAR EASTERN STUDIES 53 Univ.of Chicago,1994 Map 79.21.4)
legt Stanislav Segert een merkwaardige parallel met Mozes op zijn tocht met het
Joodse volk door de Rode zee. In beide gevallen moeten bijzondere weerkundige
en fysisch-geografische omstandigheden de schijnbaar onmogelijk doortocht toch
mogelijk gemaakt hebben. Bij Hamilcar was dat in ieder geval, dat de wind uit
een bepaalde hoek moest komen, waardoor de passage van de Makara/Bagradas/Medjerda
mogelijk werd. Deze rivier had toen overigens een andere
loop.
Hamilcar in
the attack during the mercenary revolt (240/239).
=============================================
With 70
elephants and 10 000 foot soldiers Hamilcar crosses over an almost dry sand
spit, which closes the bay
of Megara on
the mouth of the Bagradas. This occurs at night and the
insurgents have late notice, that a Carthaginian army is very near. Hamilcar
snatched up quickly along the banks of the Bagradas to the Inland
strategically located bridge. He sends his light infantry forward to the
bridge to get as quickly as possible in his possession. The mercenaries
and their allies are alarmed and snatch from their positions at Utica and the bridge
(Anda?) to fight with Hamilcar. The Carthaginian infantry lightly armed is
fleeing before onrushing Spendios with 15,000 men and an army out of the
city at the bridge of 10,000 men. However, it is an apparent flight. In
their haste to catch the light infantry of Hamilcar the ranks of the
rebels get disrupted. When they then reach Hamilcar's main force, they
must first regroup. At that moment the light infantry of Hamilcar turned
around and forms together with the main body of Hamilcar again a complete
line. Hamilcar attacks with everything what he has available. The mercenaries
and their allies could not regroup, and were overflowed by the troops of
Hamilcar. Hamilcar achieves a great victory. The insurgents lost 6000
men. In addition, 2,000 men will be taken prisoner.
In Crossing
the Waters: Moses and Hamilcar (JOURNAL NEAR EASTERN STUDIES 53 Univ.of
Chicago, 1994) Stanislav Segert explains a curious parallel with Moses on his
journey of the Jewish people through the Red Sea .
In both cases, there are special meteorological and physical-geographical
conditions, which could overcome the seemingly impossible passage nevertheless.
In the case of Hamilcar was that the wind had come from a certain angle, which
made the passage of Makara / Bagradas / Medjerda River
possible. This river had at that time otherwise another bed.